nieuws

Gelden voor VSO uit Sterk Techniekonderwijs

Gelden voor VSO uit Sterk Techniekonderwijs

4 maart 2019

Bericht van de Rijksoverheid

Het voorgezet speciaal onderwijs (vso) krijgt geld voor technisch vmbo. Dit kabinet trekt jaarlijks 100 miljoen euro extra uit voor technisch vmbo. Twee miljoen euro daarvan gaat dit jaar naar het vso. Per leerling is het bedrag gelijk aan het bedrag voor reguliere vmbo-leerlingen. Dat maakt minister Slob vandaag bekend.

Minister Slob: “Sommige jongeren op het vso hebben gaven en talenten voor techniek die we niet onbenut willen laten. Met het extra geld geven we deze leerlingen de kans om hun technische vaardigheden optimaal te ontwikkelen.”

2650 euro per leerling
Het vso is een aparte schoolsoort en krijgt daarom niet automatisch geld dat voor het reguliere voortgezet onderwijs bedoeld is. Omdat dit geld bedoeld is om techniekonderwijs in het vmbo te stimuleren, gaat er twee miljoen euro naar het technisch vmbo op het vso voor 2018 en 2019. Dit is toegezegd aan de Tweede Kamer.

Voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen binnen het vso gaat het om 1325 euro per techniek-leerling in 2018 en 2650 euro per techniek-leerling in 2019, de gemengde leerweg ontvangt de helft. Deze bedragen zijn gelijk aan de bedragen die reguliere vmbo-scholen ontvangen. Vanaf 1 april kunnen vso-scholen het geld aanvragen.

Regionale aanpak
Vanaf 2020 wordt de 100 miljoen euro ingezet op basis van regionale plannen die vmbo-scholen samen met mbo-instellingen en het bedrijfsleven opstellen. De voortgezet speciaal onderwijs-scholen die ook technisch vmbo aanbieden, maken hier deel van uit.

Behoefte aan technisch vmbo
De scholen krijgen een extra financiële injectie omdat goed techniekonderwijs hard nodig is. De vraag vanuit het bedrijfsleven naar goed opgeleid technisch personeel neemt toe. Tegelijk worden scholen geconfronteerd met dalende leerlingaantallen en een afname van het aandeel leerlingen dat kiest voor vmbo-techniek. Dat maakt het lastig om in alle regio’s kwalitatief hoogstaand en dekkend techniekonderwijs te blijven bieden. Ook staat de kwaliteit van de opleidingen onder druk door een dreigend docententekort.