Uit de prakijk

Motivatie moet écht uit jezelf komen

“Wil je zien of iemand gemotiveerd is om te werken? Vraag dan of hij een kruiwagen vol zand wil scheppen. Je ziet het dan meteen al aan de manier waarop hij de schep vasthoudt.” Dat zei de huidige werkgever van Jesse de Groot."

Jesse (22) werkt op dit moment in de Groenvoorziening voor de gemeente Rotterdam. Hij is daar verantwoordelijk voor de begeleiding van vier mensen met een verstandelijke beperking, die hem ondersteunen bij dit werk. Hij krijgt een grote bus mee en op zijn iPad ziet hij precies welke werkzaamheden die dag nodig zijn.

“Laat mij maar lekker buiten bezig zijn”, zegt hij. “Dat had ik als kind al. Ik hielp altijd graag mee met klussen, bijvoorbeeld op de boerderij van mijn oom.” Zijn werkgever zag al op de eerste dag dat Jesse iemand is, die houdt van aanpakken.

“13 of 14 jaar is nog best jong om al te weten wat je wilt."
“Eerlijk, ik ben niet altijd zo gemotiveerd geweest”, zegt Jesse zelf. “Eind groep 8 kreeg ik het advies vmbo-t of havo. Ik koos voor het vmbo omdat mijn maat daar ook naartoe ging. En ik deed er zeker niet meer dan nodig. Ik ging steeds over met mijn hakken over de sloot. Toch kreeg ik van mijn ouders alle hulp, ik had een goede mentor en ik kreeg op school én thuis huiswerkbegeleiding. Maar motivatie moet toch echt uit jezelf komen. Toen ik 13, 14 jaar was keek ik nog helemaal niet naar de toekomst. Die leeftijd is ook eigenlijk nog best jong, om al te weten wat je wilt en een profiel te kiezen.”

"Bezoek vooral ook open dagen van bedrijven.”
“Als je nu voor die profielkeuze staat, raad ik aan om naar open dagen te gaan. Niet alleen van scholen, maar ook van bedrijven. Je krijgt dan een echt beeld van het werken in de praktijk. Ook is het belangrijk om er goed over te praten met je klasgenoten en je ouders."

"Ik vond dat timmeren mooi werk"
“Ik ben blij dat ik die timmeropleiding heb gedaan. We werkten in alle vrijheid aan een opdracht, die binnen een bepaalde tijd af moest zijn. Ik leerde er bijvoorbeeld een hele kap van een huis timmeren, met een dakkapel en boeiboorden en beugels voor de dakgoten. Er kwam veel meetwerk bij kijken, en dat lag mij wel goed. Ook leerde je zelf een deur maken, het slot erin frasen, alles met de hand. Ik vond dat mooi werk. Uiteindelijk werkte ik vier dagen per week bij een timmerbedrijf in de huizenbouw. Ik vond dat wel gaaf: ik liep vanaf het begin mee tot het eind. En dan werkte ik op zaterdag weer bij de hovenier.”

Zelfstandig
“Op dit moment heb ik het nog heel goed naar mijn zin in mijn baan. Ik voel me er echt op mijn plek: met veel vrijheid lekker buiten bezig zijn. Dat is belangrijk voor mij. Maar misschien begin ik ook op een dag voor mezelf. Bijvoorbeeld in de aanleg van tuinen en timmerwerk. Ik heb nu in elk geval geleerd: je kunt alles worden, als je er maar hard voor werkt!”